donderdag 31 juli 2008

Onderweg naar Beijing.

Gisteren vertrokken uit Amsterdam. Weggebracht door ons hele gezin, zelfs Suzanne kwam over van Texel. Erg leuk allemaal. Op Schiphol verliep het inchecken veel minder dan gebruikelijk. Werd doorgeschoven van balie naar balie. We wilden graag met elkaar een hapje eten, maar dat zat er helaas niet in. ‘Ah , u gaat naar de Spelen, dan heeft u een apart visum en dan moet u naar een aparte balie, uw ticket is een e-mail ticket, maar moet geprint worden (en de mensen die dat moeten doen zijn naar huis helaas), het vliegtuig is vol, maar u kan er in’, tot, ‘u mag maar 20 kilo bagage mee en u heeft er 27, oké in orde, maar dan moeten het er wel 25 worden en de rest in de handbagage’. Pff uiteindelijk zit ik zonder maaltijd in het vliegtuig, tussen allemaal kleine Chinezen in een dikke knoflooklucht. Na het opstijgen in de Boeing 777, besluit ik mijn eerste stukje te schrijven, enkel de computer is leeg …, oké dan de pen, niets mis mee. Na een tijdje schrijven blijkt die pen te lekken en zit ik onder de blauwe inkt! Een giechelende stewardess wijst naar verschillende plekken op haar gezicht, om mij duidelijk te maken dat het niet alleen mij handen zijn die onder de blauwe verfstof zitten. Gadver, ik duik het toilet in en poets me wezenloos, maar krijg uiteindelijk mijn gezicht wel, maar handen niet schoon. Ik doe een volgende ontdekking. Chinezen schromen niet het fysieke contact. Ik bedoel ze botsen geregeld onbeschaamd tegen je aan en lopen zonde ‘pardon’ door. Is dit vanzelfsprekend voor hen en heeft dat met de bevolkingsdichtheid te maken? Ik weet het niet. Chinezen zijn geen ‘mooie’ mensen. Klein, weinig uitdrukking in het gezicht en de ogen lijken zonder wimpers en bol. Afijn, tijd genoeg nu om mijn sportieve doel vast te stellen en ik ga in conclaaf met mijzelf. Ik open deze bijeenkomst en herinner mij de vragen van Joost en Thijs in verband met dit thema; ‘Hoeveel wedstrijden hoop je te fluiten pa?’ Twee wedstrijden is een teleurstellend minimum, met vier wedstrijden lijkt de balans positiever te liggen. Terwijl mij een light maaltijd wordt geserveerd, stel ik vast minimaal 5 wedstrijden te willen fluiten. Belangrijker is echter welke wedstrijden en in welke fase van het toernooi. Dus minimaal een kwartfinale (zijn die er eigenlijk? Ik weet het toernooiverloop niet bedenk ik mij). Een halve finale moet toch mogelijk zijn, ik besluit daar minimaal voor te gaan. Uiteraard ga ik voor het hoogst haalbare, maar realisme overheerst (nu nog wel …). Heeft het stellen van dit soort doelen zin? Ja en nee. Ja, omdat het gezond is ergens voor te gaan. Ik maak onderdeel uit van de topsport en daar hoort dit bij. Nee, omdat ik weet dat één ding niet is meegerekend. Iets waar mijn collega’s ook alles van weten. De politiek. Niets is zo onduidelijk als de aanstellingen bij de wedstrijden. Het is ongrijpbaar en onnavolgbaar. Geen logica is er in te ontdekken, dat weet ik maar al te goed. De finale wordt zeker gefloten door mijn gewaardeerde collega Tulga uit Turkije, een zekerheid. Daarnaast gok ik op Margetta (Slovenië), maar goed er blijven zat mooie wedstrijden over. Dus dan de kleine finale of halve finale. Wanneer de Nederlandse dames goed presteren, dan wordt dat lastig en dan is een kwart finale redelijk natuurlijk. Oké, niet laf zijn nu, ik ga voor 5 wedstrijden waarvan een halve finale en ik sluit deze korte bijeenkomst. Eerst nu maar genieten, zoals zusjelief Fia het aangeeft: ‘It’s ones in a lifetime!’ ‘Beijing here I come!’

woensdag 23 juli 2008

Nog 16 dagen!

De tijd tikt vrolijk verder, maar ik ben nog lang niet klaar voor vertrek. Veel dingen moeten nog geregeld worden. Bij de KNZB moet nog van alles gebeuren en slechts 2 dagen resten mij nog. Daarnaast hebben wij het gelukkige plan getrokken ons huis te koop te zetten. De afgelopen week heb ik geschuurd, geschilderd, reparaties uitgevoerd, dozen ingepakt en tussendoor aan de auto’s geprutst, want hun motortje laat het af en toe afweten. Niet handig om de familie zonder vervoer achter te laten natuurlijk. Ondertussen werk ik hard aan mijn conditie.
Ook het afvallen gaat vrolijk verder, 15 kilo reeds. De eerlijkheid gebied te zeggen dat ik steeds meer begin te verlangen naar een bbq, volle glazen wijn, toostjes met franse kaas en een handvol pinda’s. Komt ook door ons frequent campingbezoek. Els en Pierre, onze buren, zijn Bourgondische ‘innemers’ en ik mag daar graag aan meedoen. Nu niet helaas. Hoewel het ook een kick geeft me te onthouden van de lekkernijen en ik beetje lachwekkend kijk naar de uitgelaten sfeer die laat op de avond ontstaat (de met wazige oogjes dubbele vragen die er worden gesteld, gehik, een boer of ontsnappende scheet). Toch zou ik ook graag weer mee willen doen (met uitzondering van de laatste opmerkingen uiteraard). Toch hou ik het vol, mijn vertrek is aanstonds. Dinsdag de 29e juli begint het avontuur met een trainingstage met de Nederlandse dames en die van Amerika. Ik kan al met goed fatsoen dan in zwembroek naar hen kijken. Straks kan dat niet meer overigens. Niet gek opkijken wanneer ik later terugkom met gebruinde armen en hoofd, maar ook met witte melkflessen, want een korte broek rond het wedstrijdbad is voor de bobo’s uit den boze.
Ik heb met diëtiste Carlien afgesproken dat ik mijn dieet voortzet tijdens de spelen. Er moeten nog een paar kilo’s af, maar ik kijk met zorg naar de situatie wanneer ik op mijn streefgewicht zit. Als dat maar zo blijft … Gelukkig staat China niet bekend om zijn gepocheerde hangbuikzwijnen in satésaus, ganzenlever, chocola en andere culinaire calorievreters, dus wat dat betreft begeef ik me naar een ‘mild’ gebied.
Verschillende etentjes staan wel op het programma, waaronder een etentje met Hans van Zetten. Deze Studio Sport verslaggever (bekend van turnen en kunstrijden) is ook in China en hij is tevens inwoner van Leersum. Als vader van kinderen die op mijn school zaten, hadden we al lang geleden de afspraak gemaakt tijdens de Spelen uit eten te gaan. Dat gaat nu gebeuren. De feestgangers zijn bekend (Hans en Hans), de stad ook (Peking moet ik zeggen in het bijzijn van deze Studio Sport verslaggever), maar locatie en het menu is nog een verrassing. Ik laat me dan maar even gaan, wat een vooruitzicht!

vrijdag 11 juli 2008

De teller staat op 28

Nog 28 dagen en dan starten de Spelen. Hoewel mijn gewichtsverlies zich volgens planning verloopt (12 kilo kwijt zowaar!), toch maar even rekenen. Nog 28 dagen, feitelijk 18, want de 29e ga ik naar Beijing (sorry NOS, Peking vind ik minder klinken) keer 300 gram per dag, dat betekent ruim 5 kilo nog af te vallen. Oké acceptabel, maar wellicht ga ik door tot 8 augustus en dan zit ik op mijn streefgewicht, moet haalbaar zijn. Zo reken ik de hele dag maar door. Mijn warme maaltijd is goed voor 800 calorieën, wanneer ik ga spinnen mogen er weer 400 af, dus dan misschien nog meer gewichtsverlies; 18 keer 400 gram is dat dan niet reëler? Ach natuurlijk niet want, altijd, toch, als, maar, misschien, of toch?
Ik heb me namelijk goed in de nesten gewerkt, om het zomaar te zeggen. Een aantal maanden geleden heb ik mijn kledingmaten op moeten geven bij de Olympische organisatie in China. Goedgemutst, een glas achter de kiezen besloot ik toen (3 maanden geleden), dat ik makkelijk 15 kilo lichter kon zijn tijdens dit mooie sportpodium. Boordmaatje wat centimeters lager ingevuld op het vragenformulier, buikmaat, ‘hup een centimetertje of 8 eraf’, alles moet strak, enkel de schoenmaat aangehouden. Daarom nu helemaal de stress van het afvallen, want ik wil niet straks als een ingeregen worst langs de badrand lopen, olijke Chinezen en supporters grinnikend achter mij latend. Daarnaast weet ik als geen ander, dat wanneer ik kans wi maken op een grote wedstrijd, ik mijn kansen vergroot in een enigszins strakke verschijning dan als Dik Trom. Gianni Lonzi, de Italiaanse superbobo heeft me dat afgelopen zomer reeds duidelijk gemaakt. Twee weekenden terug ontmoette ik hem weer in Hongarije tijdens een fraai 4-landentoernooi. Ik durf te beweren dat hij vrolijk gestemd was over mijn ingeslagen weg en tezamen met het fluiten van goede wedstrijden tijdens dat weekend (het ging heerlijk, met name de laatste wedstrijd Hongarije-Griekenland 11-10), moet dit een mooie opmaat zijn voor straks.
Ook de overdracht in Almere meegemaakt. Prachtig. Erg leuk om dat zo van nabij mee te maken. Suzanne en Rosalie (nichtje) waren trots ook mee en we hebben ons op de foto vast laten leggen, temidden van ouders, sporters en andere belangstellenden die daar aanwezig waren. Erica Terpstra hield nog een warm woord voor de 30 scheidsrechters die naar China afreizen, maar een t-shirtje of polo zat er voor mij/ons niet in. Scheidsrechters zijn neutraal, zo wordt gezegd. Ben blij dat zij dat zeggen, maar het is toch wel jammer dat dit ook op dit niveau wordt doorgetrokken. Ik hoef geen uitgebreid kledingpakket natuurlijk, maar een shirtje had ik wel leuk gevonden. In het buitenland lopen wij graag in een polo met onze driekleur erop. Ik zie niet anders bij collegae. Natuurlijk zal ik geen commentaar leveren op mijn collega die de Nederlandse dames zullen fluiten. Ik zal ook niet met een oranje vlag op de tribune zitten wapperen bij een doelpunt van Yasemin, Daniëlle of Gillian, maar de andere kant is ook waar. Ik fluit het Nederlandse 7-tal niet. Waarom niet? Omdat ik een Nederlander ben! Een Nederlander die toevallig wel naar de Spelen gaat, en daar reuze trots op is en dat wil ik graag laten zien. Zo neutraal ben ik dus ook weer niet. Stel ik mijn ambitie boven die van het Nederlandse team? Met andere woorden, zij of ik in de finale? Een vraag die Pieter Vink tijdens het voetbal EK ook werd gesteld. Dat is lastig. De kans op het fluiten van een finale is niet echt groot, maar hij is aanwezig. Gun het de meiden en het Nederlandse polo ook natuurlijk. Even denken … kies toch maar voor mezelf. Liever ik in de finale. Of nog beter, de herenfinale, dan kunnen de dames hun finale spelen; Hup Nederland! Ronduit ‘Heerlijk’. De koorts stijgt.